Helen de Hoop

Onder voetbal

"Hij zit onder voetbal", hoor ik de buurvrouw aan een kennis vertellen over haar logeetje. Het is geen vergissing. Toen we ruim zestien jaar geleden in Elst gingen wonen, was het een van de eerste dingen die me verrasten. In het schoolblaadje las ik stukjes van kinderen die vertelden dat ze onder voetbal zaten of onder muziek. Ik vond het raar, maar inmiddels ben ik eraan gewend. Hoe groot de regionale spreiding is van ergens onder in plaats van ergens op zitten, weet ik niet precies. Ik hoor het regelmatig in Elst, al komt de buurvrouw uit Nijmegen. Van Brabantse studenten weet ik ook dat ze het zeggen.
Mijn eerste reactie was dat het onlogisch is. Je zit óp een stoel, óp de bank of óp de grond. Je zit niet of althans minder vaak onder een stoel, onder de bank of onder de grond. De voorzetselconstituenten op de bank en onder de grond worden traditioneel beschouwd als bijwoordelijke bepalingen van plaats. De precieze plaats en daarmee ook het voorzetsel kan variëren. Je kunt op, onder, in, naast, bij, voor of achter de kast zitten of met je vinger tussen de deur. Eén verschil tussen op en onder is dat een teek wel vlak onder je knie kan zitten, maar niet vlak erop. Dat komt omdat er bij op geen afstand mag zijn tussen de zogenaamde Figure (de teek) en de Ground (je knie). Maar al zit je vaker onder een dak dan op een dak, je zit altijd ergens op, zelfs als je onder het dak zit. Ook als je de plaatsbepaling weglaat, zoals in de vraag "Zit je lekker?", zit de aangesprokene ergens op, maar niet per se ergens onder. Je kunt wel op schoot zitten, maar niet onder schoot. In de letterlijke betekenis van zitten zit je dus altijd ergens op, omdat er om te kunnen zitten nu eenmaal een ondergrond nodig is. Je kunt onder een boom, voor het huis of achter de geraniums zitten, maar ook dan zit je tegelijkertijd óp de grond of óp een stoel. In de minder letterlijke betekenis kun je natuurlijk wel in de lucht zitten of in de kroeg zonder dat je echt ergens op zit. Je hangt dan misschien aan een parachute of aan de bar. In dat geval betekent zitten niets anders dan ergens zijn of zich ergens bevinden.
Het is dus vanzelfsprekender dat je ergens op zit dan dat je ergens onder zit. Maar dat maakt op voetbal zitten nog niet logischer dan onder voetbal zitten. Het is immers niet zo dat iedereen altijd aan sport of muziek doet of bij een vereniging zit. Dat is een vrije keuze. Zo beschouwd zou onder voetbal zitten dus logischer zijn dan op voetbal. Als je onder voetbal zit, dan heb je daarvoor gekozen. Tegelijkertijd associeer ik onder iets zitten niet met een vrije keuze, maar eerder met negatieve zaken. Iemand kan onder de plak, onder de uitslag, onder de muggenbulten, blauwe plekken of onder de tatoeages zitten. Dat is allemaal niet zo leuk, terwijl je toch voor je plezier onder voetbal zou moeten zitten. Natuurlijk kun je ook lekker onder een parasol zitten (óp een terrasje, weliswaar). Bovendien kun je op de tocht, op hete kolen, op zwart zaad of op de blaren zitten, wat ook allemaal niet fijn is. En ook op voetbal zitten hoeft niet altijd leuk te zijn.
Gelukkig kun je van voetbal af gaan, als je het niet meer leuk vindt. Maar hoe moet dat als je onder voetbal zit? Inderdaad. Waar ik woon, gaan kinderen niet van voetbal af. Ze gaan eronderuit.