Helen de Hoop

Spelfout?

Na 26 jaar stopt omroep NTR met het 'Groot dictee der Nederlandse taal' op tv, zo berichtte het nieuws deze week. Het dictee zou archaïsch zijn en al lang geen kijkers meer trekken. Vandaag (de zaterdag erna) is de verontwaardiging in de brievenrubriek van de krant niet van de lucht: "Eén avond per jaar leerden we echt iets over onze taal." Er wordt schande van gesproken dat het bij de omroep blijkbaar om kijkcijfers gaat in plaats van "om fatsoenlijke spelling en behoud van onze taal". Maar wat is fatsoenlijke spelling?
Spelling kun je vatten in een opsomming van woorden in een woordenlijst met daarbij wat algemene regels voor woorden die er niet in staan, het Groene Boekje. Als je je daaraan houdt, spel je fatsoenlijk, lijkt me. (Wat dat te maken heeft met het behoud van onze taal - helemaal niets - is een ander verhaal.) Soms kom je echter in gewetensnood. Het woord dat je opzoekt, staat wel gespeld in het Groene Boekje, maar die spelling is anders dan hoe je het volgens de algemene regels zou moeten spellen. Er kunnen geen spelfouten in het Groene Boekje staan, want wat erin staat, is per definitie goed. Wat doe je als fatsoenlijk mens in zo'n geval? Je vermijdt het woord te schrijven (of te typen). Jarenlang vermeed ik aldus het woord typfout en dat kostte me niet eens veel moeite. Blijkbaar hoef je typfouten niet te benoemen om het erover te hebben of misschien hoef je het er zelden over te hebben. Maar sinds 2015 hoef ik me niet langer in bochten te wringen. De Nederlandse Taalunie voegde de spelwijze typfout toe aan de officiële woordenlijst. Deze kwam echter niet in plaats van, maar werd toegevoegd aan de eerdere spelwijze typefout. De Taalunie geeft toe dat de oorsprong van die eerdere schrijfwijze niet helemaal duidelijk is, maar noemt nu beide varianten 'juist'.
Het eerste argument voor het schrijven van typefout is dat type de Engelse spelling nog weerspiegelt. Oké. Maar zouden we dan ook niet googlen moeten schrijven (of op zijn minst mogen schrijven) in plaats van googelen? Bovendien is de uitspraak van het werkwoord typen vernederlandst (meer dan van googelen in elk geval). Niemand zegt taipen: de meeste mensen zeggen tiepen en een enkele eerbiedwaardige directiesecretaresse zegt tijpen. Een tweede argument voor de variant typefout zou zijn dat het eerste deel van de samenstelling geen werkwoord zou zijn, maar een nomen. Dat snijdt semantisch gezien geen hout. Mensen maken weeffouten, redeneerfouten, denkfouten, rekenfouten, leesfouten, spelfouten, schrijffouten en zelfs tikfouten. In al die samenstellingen is het eerste deel een werkwoord en geen zelfstandig naamwoord; dat is voor typefout echt niet anders. Bovendien zou type dan ook in typeles (wat je tegenwoordig dus ook mag spellen als typles) een nomen zijn en daarmee semantisch niet langer verwant aan zwemles, dansles of rijles.
Kan de 'e' dan misschien een tussenklank zijn? Samenstellingen met zo'n tussenklank na een werkwoordstam bestaan vaak al wat langer. Ze roepen een beeld op van vroeger, van een kaatseballende trekkebenende hinkepoot achter een spinnewiel met een beker karnemelk. Typen is dan toch wat te modern voor zo'n tussenklank en bovendien spreken we hem niet uit. We zeggen karnemelk en geen karnmelk, maar typfout en geen typefout.
Vlak nadat ik er tot mijn grote vreugde achter kwam dat typfout was toegevoegd aan de Woordenlijst, typte ik het woord vrolijk in een van mijn columns. De redactie van het blad 'verbeterde' het onverbiddelijk en zonder nader overleg in typefout. Ze dachten dat het een spelfout was. Ik heb geen rectificatie geëist. Hopelijk let deze eindredactie beter op.