Na een workshop in Groningen zit ik op vrijdag in de trein richting Nijmegen als er drie keurig geklede mannen vrolijk pratend de nog bijna lege eersteklascoupé binnenkomen en zich omstandig beginnen te installeren. Het zijn collega's die een hele week cursus achter de rug hebben, naar later blijkt. Voordien kenden ze elkaar niet of nauwelijks, maar nu is er duidelijk een band gesmeed. Het was een leuke week waarin ze veel hebben geleerd, al was het ook 'best wel spannend'. Terwijl ze nog druk bezig zijn hun koffers en tassen in de daarvoor bestemde ruimten te plaatsen, vraagt een besnorde man, die ook net de coupé is binnengekomen, hun plotseling: 'Weet u wel dat dit eerste klas is?' De drie mannen stoppen met praten. 'Nee, we reizen illegaal!', roept een van hen baldadig. 'Wat is dat nu voor een rare vraag?' De man met snor verweert zich. Het was een heel normale vraag en hij wilde alleen maar behulpzaam zijn. Als hij later is uitgestapt, is de verontwaardiging van de drie mannen groot. 'Dikke vette snob!' Waar ze wonen, weet ik natuurlijk niet, maar aan hun accent te horen komen ze niet uit Nijmegen of omstreken, maar eerder uit Rotterdam of zo. Hun tongval, de manier waarop ze praten, moet de aanleiding zijn geweest voor de impertinente vraag. Mensen die 'lelijk' of 'plat' praten, horen blijkbaar niet thuis in een eersteklascoupé.
Nederlanders verkozen 'me' tot 'het lelijkste woord' van 2015. Het ging daarbij niet om 'me' als persoonlijk voornaamwoord, maar om 'me' als bezittelijk voornaamwoord. Dat is niets meer dan een spelfout. Immers, iederéén zegt 'me moeder' (één studente ontkent dit heftig, want zij zegt altijd 'ons mam'). Dat deze uitspraak van het bezittelijk voornaamwoord 'mijn' bovendien stokoud is, kun je zien aan (de spelling van) een woord als 'mevrouw', wat natuurlijk oorspronkelijk 'mijn vrouw' was, net zoals 'meneer' komt van 'mijnheer'. Een andere verkiezing in 2015 leverde Arnoud K. de titel 'beste leraar Nederlands' op. In een van zijn filmpjes op Youtube legt hij uit dat er in de zin 'Hun hebben me broer gekusd' drie fouten staan. Naast de twee spelfouten 'me' en 'gekusd' is ook het gebruik van 'hun' als onderwerp fout volgens de beste leraar Nederlands van 2015: 'Onthoud dat 'hun' als onderwerp niet, nooit, never bestaat. Het komt nooit voor. 'Hun' gebruik je alleen bij een bezit. Dus als je iets hebt, bijvoorbeeld 'hun doedelzak'.' En dat mag zich dan leraar Nederlands noemen, de beste nog wel. Hier wordt ontkend dat 'hun' als subject wordt gebruikt en in de volgende zin wordt zelfs ontkend dat 'hun' een persoonlijk voornaamwoord is. Ik heb vaker van studenten gehoord dat hun op school geleerd is dat 'hun' alleen een bezittelijk voornaamwoord kan zijn. Dat is heel treurig. Arnoud K. is een erg vriendelijke jongen, die ik zelfs nog in college heb gehad, maar hij heeft daar helaas weinig van opgestoken.
In Nederland is discriminatie verboden, discriminatie op grond van geslacht of huidskleur of op welke grond dan ook. De meeste mensen zijn zich daar ook terdege van bewust. Maar discriminatie op basis van taal of accent lijkt volkomen geaccepteerd. Sterker nog, waar kinderen discriminatie op allerlei gronden wordt afgeleerd, wordt discriminatie op taal hun van jongs af aan aangeleerd. Ons kent ons en hun deugen niet. 'Iemand die 'hun hebben' of 'groter als' zegt in een sollicitatiegesprek, die geef je toch zeker geen baan?' Stel dat die drie mannen in de trein richting Nijmegen een donkere huidskleur hadden gehad. En dat iemand hun dan gevraagd had of ze wel wisten dat dit eerste klas was.