Op donderdag 10 november was mijn jongste zoon te zien in het tv-programma Met het mes op tafel. Eerder die week deed hij ook al mee aan diezelfde quiz. Omdat hij toen tweede was geworden, mocht hij op donderdag in de zogenaamde 'troostfinale' revanche proberen te nemen. Helemaal in het begin van de aflevering vraagt de presentator, Herman van der Zandt, of het klopt dat zijn programma best wel populair is onder studenten. Evert bevestigt dat er bij hem in huis wel naar gekeken wordt. 'En hoe kijken ze dan,' vraagt Herman gretig, 'in lekker makkelijke broeken?' Een beetje een vreemde vraag. Evert vertelde achteraf dat hij even dacht dat hij de vraag niet goed verstaan had. Maar hij aarzelt niet lang en antwoordt: 'In hele makkelijke broeken.'
Hele makkelijke broeken. Dat antwoord deed me denken aan ons nichtje Tessa, dochter van de oudste zus van mijn vriend. Ze groeide op in Schotland, waar ze samen met haar zus door haar Nederlandse moeder en Schotse vader geheel eentalig (Engelstalig dus) werd grootgebracht. Daar baalt ze uiteraard nog steeds van, want wat was er nu mooier geweest dan in die situatie tweetalig op te groeien. Jaren geleden zag ze alsnog haar kans schoon en verhuisde met haar Britse vriend naar Nederland. Inmiddels zijn ze helemaal ingeburgerd en hebben ze twee dochtertjes die wel lekker tweetalig opgroeien. Toen Tessa hier nog niet zo lang woonde en zich fanatiek op het Nederlands had gestort, vertrouwde ze me op een avond toe dat het haar was opgevallen dat Nederlanders het zelf 'heel vaak fout' doen. Wat? Nou, ze zeggen bijvoorbeeld 'een hele leuke jongen', maar dat moet 'een heel leuke jongen' zijn. Dat had ze van haar NT2-docent geleerd. Ik vertelde haar snel dat dat hele grote onzin was. Ik was bang dat ze straks als buitenlander voortdurend door de mand zou vallen, want geen enkele moedertaalspreker zou het ooit over een 'heel leuke jongen' hebben. Ze was niet helemaal overtuigd, want ja, zo'n docent zou het toch echt wel beter weten. De enige conclusie kon dus zijn dat Nederlanders het massaal fout doen.
Het is ook wel een heel interessant fenomeen. Adjectieven laten in het Nederlands inflectie zien, maar adverbia normaal gesproken niet. Het bijwoord 'heel' lijkt hier een uitzondering op te zijn. Het verbuigt mee met het adjectief: 'een heel interessant fenomeen' tegenover 'hele grote onzin'. Andere bijwoorden van graad doen dat over het algemeen niet. We zullen niet zo snel spreken van 'verschrikkelijke makkelijke broeken' of 'zere makkelijke broeken'. Alleen 'echt' lijkt net als 'heel' mee te verbuigen met het adjectief: 'een echte leuke jongen' en 'echte makkelijke broeken'. Wat ook opvalt, is dat in de combinatie 'heel erg' het bijwoord 'erg' mee moet verbuigen met 'heel'. Dus ook al zeggen we geen 'erge makkelijke broeken' (toch?), we zeggen wel 'hele erge makkelijke broeken'. In dit geval kan de onverbogen variant 'heel erg makkelijke broeken' misschien ook nog wel, maar 'hele erg makkelijke broeken' lijkt me ongrammaticaal (behalve natuurlijk wanneer 'hele' de betekenis van het adjectief krijgt: hele erg makkelijke broeken in plaats van erg makkelijke broeken met gaten). Het bijwoord 'erg' moet hier dus in de verbuiging meedoen met het bijwoord 'heel', terwijl het in zijn eentje niet verbuigt.
Waar zijn die docenten in vredesnaam mee bezig? In plaats van hun cursisten in te wijden in de rijkdom en de eigenaardigheden van de taal, klampen ze zich vast aan zielige prescriptieve regels, waar geen enkele moedertaalspreker zich spontaan aan houdt. Mocht je die uitzending trouwens nog willen bekijken, dan kun je ook de hele zenuwachtige moeder in het publiek zien zitten.