Het gesprek met enkele collega's van geschiedenis gaat over de schrijfvaardigheid van studenten. Zelf heb ik me verbaasd over een masterstudente die tamelijk consequent een persoonsvorm zonder 'n' schreef bij een meervoudig subject, als er geen verschil te horen was tussen de enkelvoudige en meervoudige persoonsvorm. Dus 'de reacties verschilde …', 'proefpersonen identificeerde zich met …', 'lezers voelde …', etc. Ik maakte er een opmerking over in de kantlijn, iets in de trant van 'Als het onderwerp meervoudig is, hoort ook de persoonsvorm in het meervoud te staan', maar ik vond het toch wel gênant om zo'n aanwijzing te moeten geven. Een andere masterstudente biechtte na het inleveren van een conceptversie vol spelfouten op dat ze altijd alleen de spelling controleert van definitieve versies die ze inlevert. Ik heb haar laten weten dat dat toch echt niet voldoende is en dat ze van alles wat ze schrijft de spelling zou moeten controleren.
De collega's van geschiedenis blijken zich aan andere dingen te ergeren, zoals het gebruik van 'ondanks dat' in plaats van 'hoewel'. Ik begrijp eerst niet eens wat ze bedoelen, want daar heb ik nog nooit over nagedacht. Blijkbaar kun je een bijzin beginnen met 'hoewel' of 'ondanks dat', maar wordt een van de varianten door mijn collega's afgekeurd, zoals dat natuurlijk wel vaker gebeurt wanneer er variatie is. Ter plekke raak ik enthousiast over de combinatie 'ondanks dat' en begin vol vuur te vertellen over de nauwe relatie tussen voorzetsels en voegwoorden in het Nederlands (en in andere talen). Voorzetsels nemen een nominale constituent als complement en voegwoorden een zin, maar het zijn heel vaak dezelfde woorden die als voorzetsel of voegwoord gebruikt worden. Zij liep tot de brug of Zij sliep tot de wekker ging. Hij woont sinds de oorlog in Amsterdam of Hij woont sinds hij gevlucht is in Amsterdam. Soms ook bestaan voegwoorden uit een voorzetsel en een voegwoord 'dat', die dan aan elkaar worden geschreven, bijvoorbeeld 'totdat' in Zij sliep totdat de wekker ging. Ook als en dan kunnen als voegwoord of als voorzetsel gebruikt worden: Niemand loopt harder dan/als zichzelf en Ze zijn zachter dan/als ze zouden moeten zijn. Ook hier kun je 'dat' invoegen (Ze zijn zachter dan/als dat ze zouden moeten zijn) en dan zou je 'dandat' en 'alsdat' aan elkaar kunnen gaan schrijven, net zoals we doen bij 'totdat', 'voordat', 'nadat', 'doordat' en 'omdat'. Hetzelfde zou dan kunnen bij 'sindsdat' (Hij woont sindsdat hij gevlucht is in Amsterdam), 'zonderdat' (Zij gebruikte het woord zonderdat zij erover had nagedacht), 'overdat' (Klachten overdat studenten niet goed schrijven zijn van alle tijden) en, inderdaad, 'ondanksdat'. In dat geval gaat het argument dat 'hoewel' beter is dan 'ondanks dat' omdat het één woord is (terwijl 'ondanks dat' twee woorden zijn) niet meer op.
Na afloop van dit minicollege kijken mijn collega's me wat beteuterd aan. Dus 'ondanks dat' is niet fout, ik vind het gewoon goed? Inderdaad. Echt niet? Ondanks dat er een prima alternatief is, namelijk 'hoewel'? Pardon. Hoewel er een prima alternatief is, namelijk 'hoewel'? Ofschoon er een prima alternatief was, namelijk 'ofschoon'? Tja, 'hoewel' heeft natuurlijk niet het alleenrecht op de functie van concessief voegwoord. Hoewel (en niet ondanks dat) ik denk dat er wel verschillen zijn tussen 'hoewel' en 'ondanks dat'. Daar zijn we ons niet eens van bewust en de studenten natuurlijk ook niet. Soms schrijven studenten geweldig grappige dingen op zonder zich ervan bewust te zijn. Zo schreef de studente die de ennen wegliet dat lezers zo meegesleept kunnen worden in een verhaal, dat ze daarbij het bewustzijn verliezen.