Ik kon behoorlijk goed opstellen schrijven, waarvoor ik ook altijd tamelijk hoge cijfers haalde op de middelbare school. Maar in de vierde klas kreeg ik een docent Nederlands die niet academisch geschoold was en die minder gecharmeerd was van mijn verhalen. De eerste keer dat ik een opstel van hem terugkreeg stond het vol rode strepen en opmerkingen in de kantlijn, wat ik helemaal niet gewend was. Het waren geen spelfouten die waren aangestreept, want die maakte ik zelden. Nee, deze docent streepte allerlei "taalfouten" aan, dingen die in zijn ogen niet door de beugel konden. Sommige daarvan zijn me altijd bijgebleven. In dat eerste opstel, waarin ik schreef dat iemand behoorlijk onzeker (of intimiderend - dat weet ik niet meer) overkwam, stond er een streep door het woord "overkwam". Daarnaast had de leraar Nederlands het woord "anglicisme" geschreven. Dat begreep ik toen niet en eigenlijk nog steeds niet. Er is toch geen Engels woord "overcome" of "come over" dat op deze manier gebruikt wordt? Allerlei woorden en uitdrukkingen waarmee ik tot dan toe zonder erover na te denken kwistig had gestrooid, bleken ineens anglicismen of germanismen te zijn of om een andere reden fout. Zo stond in dat eerste opstel dus ook het woord "behoorlijk", toen ik schreef dat iemand behoorlijk onzeker (of intimiderend) overkwam. Ook dat was echter fout, volgens deze docent. Er stond een dikke rode streep door. In de kantlijn stond een retorische vraag geschreven: "Behoort dat?"
Dit was voor mij een regelrechte eyeopener (anglicisme). Mijn taalkundige interesse was gewekt. Ik had nog nooit nagedacht over de betekenis of herkomst van het woord "behoorlijk". Nu bleek ineens dat ik dat woord vrijwel altijd verkeerd had gebruikt, want ik had het zelden over mensen die zich behoorlijk (zoals het behoort) gedroegen, maar heel vaak over mensen die behoorlijk slim, irritant, ziek, dom of iets anders waren. Wat ik me toen niet realiseerde, was dat veel andere bijwoorden die een middelmatige graad uitdrukken eigenlijk ook allemaal ongeschikt waren voor gebruik. Welk woord had ik dan eigenlijk wel moeten kiezen in plaats van "behoorlijk"? Ik was tamelijk onzeker. Betaamt dat? Ik was redelijk onzeker. Ligt dat in de rede? Ik was vrij onzeker. Was je vrij? Ik was aardig onzeker. Was je aardig? Ik was best onzeker. Was dat het beste? Ik was wel onzeker. Was dat wel (in de zin van goed)? Het interessante is dat bovenstaande woorden om middelmatige graad mee uit te drukken, van zichzelf allemaal positief zijn. Als iemand rijk is, dan kun dat blijkbaar door het toevoegen van een positief woord zoals "behoorlijk" of "aardig" enigszins afzwakken: hij is wel rijk, maar in elk geval niet stinkend rijk. Als je een hoge graad van rijk zijn wilt uitdrukken, dan kun je daar veel beter een negatief geladen woord voor gebruiken, zoals "stinkend". Negatief geladen woorden blijken bij uitstek geschikt om een hoge graad mee uit te drukken: iemand kan vreselijk, geweldig, gruwelijk, ontzettend, verschrikkelijk, ziek of gewoon erg of zeer rijk zijn. Dat zijn allemaal (van oorsprong) negatieve woorden. Die negativiteit is nog duidelijk te herkennen in de woorden "verschrikkelijk", "gruwelijk" en "ziek", maar zelfs "geweldig", dat is afgeleid van "geweld", en "erg" ("O, wat erg voor je") en "zeer" (pijn) zijn van oorsprong negatief.
Ik heb na de bewuste 'verbetering' in het opstel jarenlang het woord "behoorlijk" als bijwoord niet meer durven of willen gebruiken. Waaruit maar weer eens blijkt dat een behoorlijk middelmatige docent Nederlands behoorlijk veel invloed kan hebben op de taal van een behoorlijk excellente leerling. Behoort dat?