Helen de Hoop

Eruitzien

"Deftige dames brengen hun koffie en thee, of andere dingen. Men ziet eruit dat onze landsverdedigers het in Amsterdam nog zoo slecht niet hebben, beter dan de velen die in de negerijen aan de grenzen staan. Zoo is er ook een comité voor het organiseeren van wetenschappelijke lezingen onder militairen" (De Sumatra post, 14-05-1915). We waren verrast toen we deze constructie tegenkwamen in onze zoektocht naar de ontwikkeling van het werkwoord 'eruitzien' in het Nederlands. Tegenwoordig zouden we eerder zeggen dat het ernaar uitziet dat onze landsverdedigers in Amsterdam het zo slecht nog niet hebben. De lezing die 'eruitzien' hier in beide gevallen krijgt, is evidentieel, d.w.z. dat de schrijver ermee uitdrukt evidentie te hebben voor zijn of haar bewering. Dat is zonneklaar in het citaat hierboven. De schrijver beweert dat de militairen in Amsterdam een luxe leventje leiden en somt de aanwijzingen op die deze bewering staven: zo zijn er deftige dames die hun koffie en thee brengen en ook worden er wetenschappelijke lezingen voor hen georganiseerd. De lezer wordt als het ware uitgenodigd dezelfde conclusie als de spreker te trekken op basis van de aangereikte evidentie. De constructie 'men ziet eruit dat' kan letterlijk gelezen worden als 'men kan hieruit aflezen/afleiden/opmaken dat', waarbij 'hieruit' verwijst naar de voorhanden zijnde evidentie.
Rond 1900 vinden we ook een dergelijk gebruik van de constructie 'het ziet ernaar uit dat' voor het eerst, getuige het volgende citaat uit 1904: "De haven is met dit al echter nog niet in gebruik. In tegendeel het ziet ernaar uit, dat de opening, in strijd met de verwachting, tot 1905 zal moeten worden uitgesteld." De schrijver beweert hier dat de opening van de haven zal moeten worden uigesteld en geeft aan hier evidentie voor te hebben, hoewel die evidentie niet expliciet gegeven wordt. In de constructie 'men ziet eruit dat' wordt de evidentie juist wel expliciet gemaakt, zoals ook te zien is in het volgende citaat uit 1899: "Die machtsstrijd daarginds is leerrijk uit een sociaal oogpunt: men ziet eruit hoe het grootkapitaal zich meester maakt van de macht." De schrijver beweert dat het grootkapitaal zich meester maakt van de macht en baseert zich daarbij op de machtsstrijd daarginds. Opnieuw wordt de lezer uitgenodigd zelf dezelfde gevolgtrekking als de schrijver te maken op basis van de beschikbare evidentie, de situatie daarginds.
Het verschil tussen de constructies 'men ziet eruit dat' en 'het ziet ernaar uit dat' met ruwweg dezelfde betekenis, is gelegen in de aard van het gebruikte werkwoord '(eruit)zien' en de rol van de waarnemer. Bij 'men ziet eruit' is het subject 'men' de waarnemer, maar bij het werkwoord 'eruitzien' blijft de waarnemer impliciet en wordt daardoor geïnterpreteerd als de spreker. Dat is belangrijk, omdat het nu de spreker is die aangeeft zelf evidentie te hebben voor wat hij of zij wil beweren. Die evidentie is minder verifieerbaar voor de lezer.
Interessant is dat de constructie 'men ziet eruit dat' toentertijd (in het begin van de twintigste eeuw) veel frequenter was dan 'het ziet ernaar uit dat', maar daarna snel terrein verloor en vanaf ongeveer 1950 niet meer voorkomt in het Nederlands. Daarentegen is 'het ziet ernaar uit dat' inmiddels volledig ingeburgerd als expressie van evidentialiteit. Dus het ziet ernaar uit dat 'het ziet ernaar uit dat' de strijd gewonnen heeft.